PROGRAMMA van de HISTORISCHE STOET

Deze stoet bestond uit 25 groepen . Iedere groep stelde een belangrijke gebeurtenis voor, uit de geschiedenis van Westmalle of een persoon die een belangrijke rol had gespeeld in Westmalle. Ik heb het boekje wel letterlijk overgenomen zoals het was uitgegeven in die tijd.

Het vertrek van de stoet was voorzien om 2.30 uur aan de Trappisten.

Wegwijzer van de stoet: Langs het dorp naar de Berkhovenstraat, de Sint-Jozeflei tot aan het gemeentehuis, ontbinding van de stoet op de Zoerselbaan.

Op het gemeentehuis nieuwe felicitaties aan de Burgemeester en huldiging van Zijne Excellentie de Minister.

's Avonds: Bal in al de lokalen.

Groep 1 - Opening door Postiljons.

Groep 2 - Fanfare "Sint-Cecilia".

Groep 3 - Oude Franken

- Jaar 358. - Het ontstaan van Westmalle.

In het jaar 358 na Christus gaf Julien l' Apostat, Romeins Keizer, toelating aan de Salische Franken om zich in de Kempen te vestigen.

Mallum was een gerechtsplaats ten tijde der Franken.

Het oude Malle begreep vroeger het grondgebied der gemeente Oost- en Westmalle alsmede Zoersel. Volgens vele oudheidkundigen is Westmalle DE KERN van het vroeger, oude Malle.

De wagen stelt ene Frankische nederzetting voor en werd gemaakt door de wijk Steenhovens -Schuurovens - Galgevoort; dit laatste gehucht was vroeger de plaats waar de galgen stonden waaraan de veroordeelden werden opgeknoopt.

Groep 4 - Abt van Villers.

- Jaar 1233. - Schenking van Westmalle aan de Abt van Villers.

Hendrik I, hertog van Lotharingen en Brabant, schenkt op 20 augustus 1233 aan de Abt van Villers, tot het stichten van een klooster van de orde van Citeaux, het dorp Westmalle met geheel het eigen daartoebehorend, met al de rechten, welke hij in die plaats bezit, op de tienden bossen, weiden en waters en geheel het uitgestrekt bos genaamd Hooydonck, thans onder Zoersel. Het nieuw te stichten klooster zou plaats van Sint-Bernaards genoemd worden.

Paus Gregorius de negende, op 10 juni 1240 , neemt hem onder zijne bescherming, schenkt hem een reeks voordelen en voorrechten, welke op 31 juli 1241 bevestigd worden door Paus Innocentius de vierde (Oorkondenboek der Abdij van Sint-Bernaards, handvest 8).

Op dit ogenblik spreekt men dus reeds van Westmalle, niet meer van Malle, was Oostmalle reeds afgescheiden, Zoersel bleef nog aan Westmalle verbonden.

Wagen door Berg-Berkhoven stelt deze schenking voor.

Groep 5 - Valkenjacht.

- 12 februari 1238. - Hendrik de tweede, hertog van Lotrijk, bekrachtigt de vorige schenking door Hendrik I gedaan en verzoekt de Bisschop van Kamerijk deze gift goed te keuren. Deze blijde boodschap brengend, naar de kloosterhoeve, komt hij op valkenjacht met zijn gevolg in de uitgestrekte bossen van Westmalle en Zoersel.

Groep 6 - van der Moelen.

- Jaar 1501. - De heerlijkheid van Westmalle wordt in leen gegeven aan Ridder Hendrik van der Moelen.

Philips I, Koning van Spanje tevens hertog van Brabant, geeft de heerlijkheid van Westmalle en daarbijbehorende Zoersel in leen aan Hendrik van der Moelen met de middel - en hoge gerechtigheid. De lage rechtspraak bleef voorbehouden aan de Abt van het klooster van Sint-Bernaards.

De groep verzorgd door de B.J.B. stelt de Koning en Koningin van Spanje voor met hun gevolg, en de Ridder van der Moelen met 2 schildknapen.

Groep 7 - Jaar 1541, - Plundering door Marten van Rossum.

- Veldmaarschalk Marten van Rossum, woonde te Arnhem in het duivelshuis.Zijn bende bestond uit schurken van alle landen (Duitsers-Denen-Fransen), ze hadden hun gelaat meestal zwart gemaakt, vandaar de naam zwarte ruiters. Marten leefde in de dagen toen de hervorming Duitsland en de Nederlanden in rep en roer zette.

Toen Karel van Egmond overleden was en door Willem van Kleef als hertog opgevolgd werd, ging de heer van Rossum in dezer dienst over en hielp hem in zijn plunderingen, gesteund door Lodewijk de dertiende. Dit had plaats op het ogenblik dat Karel V, vorst dezer landen, de roofstaten in het noorden van Afrika tuchtigde en daar de handen vol had.

De plundering van de Kempendorpen door de Geldersen waren erger dan de pest, ze namen gijzelaars en verplichtten de arme bevolking hen al hun vruchten en dieren af te staan.

De wagen gemaakt door de wijk Heidsie en Heikant stelt het nemen van gijzelaars en wegvoeren van de geroofde buit voor.

Groep 8 - Jaar 1584, - Vlucht der bevolking naar het kasteel.

- De Spanjaarden belegerden onder Farnese de stad Antwerpen, de soldaten uitgehongerd en op buit belust kwamen in ganse benden onze Kempische dorpen plunderen. Bij hun naderkomen vluchtte onze bevolking met have en goed naar het kasteel.

In 1589 was de bevolking van 300 op 23 gezinnen terug geslonken en dit wegens omkoming door de pest, uitmoording of vlucht naar Nederland.

De wagen verzorgd door Brechtsesteenweg en Scherpenberg stelt de vlucht onzer arme bevolking voor.

Groep 9 - Geschiedenis van Drieboompkesberg. - De Convooislag.

- John Churchill, hertog van Malborough, voorvader van Winston Churchill, was bevelhebber der verbonden legers van Keizer Leopold I van Oostenrijk en Koning Willem de derde van Engeland, stadhouder der Nederlanden welke in oorlog waren tegen Lodewijk de veertiende van Frankrijk, die de verdediging onzer provinciën toevertrouwd had aan Maarschalk de Boufflers en markgraaf de Bedmar.

Een soldaat, vermoedelijk een Fransman, bleef gekwetst op het slagveld achter, lag in koorts en aanriep O.L. Vrouw om redding. Hij werd gered en uit dankbaarheid liet hij een kapel plaatsen op Drieboomkesberg; vandaar de bedevaart van onze mensen naar O.L. Vrouw ter koorts.

De wagen gemaakt door de wijk Trappisten stelt deze Fransman voor, de achterkant stelt "Drieboomkesberg" bedevaartplaats voor.

Groep 10 - Jaar 1736. - Sint - Sebastiaansgilde.

- Op 15 mei 1736 deed de nieuw verheven Prelaat van het klooster van Sint-Bernaards, Alexander Adriaensens, door de aartshertogin tot Abt benoemd, zijne plechtige intrede in Westmalle.Hij werd afgehaald aan de grens door de Sint-Sebastiaansgilde welke reeds bestond voor 1600.

Groep verzorgd door de Sint- Sebastiaansgilde.

Groep 11 - Oude Postkoets omstreeks 1750.

- Voor het ontstaan van trein en tram werd de vroegere postdienst waargenomen door een postkoets, welke zelfs het vervoer van reizigers waarnam. Daar dit met paardenspannen werd gedaan, waren er op circa 10 km. vaste standplaatsen of afspanningen steeds verschillende paarden gereed, de vermoeide werden uit- en nieuwe voorgespannen.

Dit gebeurde in de rijstallen welke een grote deuropening aan voor- en achterkant hadden en gewoonlijk voor de afspanningen uitsprongen; een typisch voorbeeld hadden we hier in Westmalle in het midden van het dorp bij Louis Suls.

Deze postkoets is verzorgd door de toenmalige postbedienden.

Groep 12 - Jaar 1794. - Ontstaan van de huidige Abdij.

- Dom Alexius en zijn gezellen willen uitwijken naar de Nieuwe Wereld. Zij worden weerhouden door de Bisschop van Antwerpen, vestigen zich op "Nooit Rust" bakermat van de huidige Abdij.

Deze aankomst wordt uitgebeeld door een groep van het Sint-Jan-Berchmansinstituut.

Groep 13 - Jaar 1816. - Reis van de gemeenteraad naar Den Haag.

-De stadssteenweg Antwerpen - Turnhout werd ontworpen onder de Oostenrijkers en gelegd tot Wijnegem; in 1809 werd het tweede vak gelegd tot Ploeg-Halle door Napoleon, van hieruit zou de steenweg afzwenken over Zoersel op Vlimmeren en zo naar Turnhout. De gemeenteraad van Westmalle met burgemeester Deelen aan het hoofd, de schade inziende die zulks zou meebrengen voor ons dorp, besloot zich in groot ornaat naar Den Haag te begeven om van Koning Willem I van Nederland die, sinds het verslaan van Napoleon in Waterloo, onze vorst geworden was, te bekomen dat men het oorspronkelijke plan van Napoleon zou laten varen en de steenweg over Westmalle waar de oude baan naar Turnhout lag, zou laten doorkomen.

Hun prachtige kledij en kranige houding maakten een goede indruk, zodoende dat ze voldoening kregen en bijzonder voor Westmalle op Konings bevel meer zorg aan de steenweg zou geschonken en er nog speciaal afloopgoten zouden aan toegevoegd worden, de steenweg werd voltooid in 1819 tot Oostmalle, van daaruit werd hij slechts in 1835 doorgelegd door de nieuwe Belgische regering tot Turnhout.

Deze groep wordt voorgesteld door de K.A.J.

Groep 14 - Jaar 1850. - Hendrik Conscience te Westmalle.

-Onze grote Vlaamse schrijver Hendrik Conscience verbleef gedurende enige tijd in de afspanning "De Kroon" (Witte Lelie). Hier schreef hij het boek "Rikke-Tikke-Tak", hij situeert de geschiedenis in de oude smidse van de familie Riemis-Rutten in de Kasteellaan.

De wagen stelt de helden van zijn roman voor. De levenslustige smid die gans de dag zingt verliest plots zijn jonge vrouw, welke hem een kind achterlaat. De vader kan zijn rust niet meer vinden in het huisewaar alles hem aan zijn jeugdige gade doet denken en gaat in het Franse leger dienst nemen, zijn dochtertje toevertrouwd aan de dorpsecretaris, welke voor haar opvoeding zal zorgen.Na de oorlog keert hij weer naar Westmalle, inmiddels is de secretaris overleden, het kind verdwenen. Waar heen? Hij zwerft met zijn luitenant de Kempen af, tot hij in Retie een kind hoort zingen van Rikke-tikke-Tak, dit liedje dat hij zelf gemaakt had en steeds bij zijn werk zong, brengt hem bij zijn kind terug, zijn Monica, inmiddels groot geworden, terug weergevonden.

Wagen verzorgd door het dorp.

Groep 15 - Jaar 1884. - Peter Benoit te Westmalle.

-Deze wagen herinnert aan het verblijf van Vlaanderens grote toondichter Peter Benoit in de afspanning "De Leeuw" te Westmalle waar hij de prachtige Van Ryswyck Cantate componeerde.

Ziehier in welke omstandigheden. - Het standbeeld van Theodoor Van Ryswyck zou verplaatst worden van het park naar het nieuwe kwartier aan de IJzeren Waag; Dit moest met enige luister gepaard gaan en er zou onder andere een kindercantate gezongen worden. Maar wie zou ze componeren. Niemand beter dan Benoit, dacht Julius De Geyter, die in opdracht van het Antwerps gemeentebestuur de feestelijkheden zou leiden. - Maar Benoit lag overhoop met het gemeentebestuur. De Geyter die persoonlijk vriend van Benoit was zou het trachten te bolwerken.Op 11 september zit Benoit in gezelschap van Alexander Bolckmans, toenmalig onderwijzer in Westmalle, uit te rusten voor "De Leeuw" met een flinke pot gerstenbier. De postkoets komt aanrollen. Van boven op de wagen heeft De Geyter al spoedig zijn vriend gezien. - "Dag Peter" - "Dag Julius, wat een genoegen U hier te zien" ... Na het drinken van een paar glazen gerstenbier, bracht De Geyter het gesprek op het eigenlijk doel van zijn reis. Benoit fronst het voorhoofd "ik ben in vakantie en doe niets, niets! - De Geyter zijn vriend kennende spreekt over wat anders, enige tijd nadien "en toch moeten we voor die brave Door wat doen, want hij was een arme volksjongen gelijk wij...

en De Geyter declammeerde zijn jongste gedicht.

- Julius dat is schoon! "toe zeg dat nog eens Julius" Benoit staat op, gaat naar de ouderwetse piano - "toe, zeg het nog eens Julius, nog eens". Benoit begon te kloppen op de wasgele toetsen en het hoofdmotief was gecomponeerd. Om 10 uur trok hij zich alleen terug, Bolckmans zorgde voor muziekpapier, De Geyter had er zijn woorden op geschreven; deze beiden wachten in de eigenlijke herberg, om 3 uur 's morgens kwam Benoit hen vervoegen. De Theodoor Van Ryswyck Cantate was geschreven.

Wagen verzorgd door het dorp.

Groep 16 - Jaar 1909. - Laatste loting te Schilde.

- Deze groep , toevertrouwd aan onze lustige Poerels, herinnert aan de laatste maal dat onze jongens in 1909 ter loting moesten. Voordat de algemene dienstplicht werd ingevoerd, was dus het lot dat besliste: wie het geluk had een hoog nummer te trekken was vrij; de lage nummers waren het slachtoffer.

Hoe blij ze waren een hoog nummer te hebben getrokken, tonen U onze Poerels.

Groep 17 - Hoogeerwaarde Pater Constant Daems.

- Roemrijke zoon van Westmalle, geboren te Westmalle. Op 13 mei 1872 trad hij binnen in het Missiehuis van Scheut. Eenvoudig en rechtschapen, man van daad en durf, onwankelbaar godsvertrouwen bezittende heeft hij als missionaris en Apostolisch Prefect zijn gaven van geest en hart zonder berekenen ten dienst gesteld der heidenen, cathechumenen en christenen. - Als rector van het Centraal Semenarie heeft hij de jonge inlandse levieten gevormd tot wat hij zelf was: een andere Christus...

Algemeen overste van de Missiecongregatie van Scheut, is hij zijn zonen voorgegaan op de baan van de edelmoedige zelfverloochening. - Na een visitatiebezoek in al de missiën van de congregatie te hebben beëindigd is hij verre van al de zijnen, het grootste offer brengend, eenzaam gestorven te Nigoreloje (Rusland) op 11 december 1934.

Voorstelling: De Hoogeerwaarde, Pater, gekleed in mandarijn, midden een Chinese familie.

Groep 18 - De weerstand.

- De heer burgemeester behoorde van het eerste uur tot de weerstand; toen de bezetter hem op de hielen zat, week hij uit naar de Walen, om daar zijn bedrijvigheid verder te zetten.

De plaatselijke weerstand wil hem daarvoor hulde brengen.

De groep wordt voorafgegaan door O.L. Vrouw van de "Maquis" zoals ze door vele weerstanders in gevaarvolle ogenblikken aanroepen werd.

Groep 19 - Hulde onzer mijnwerkers.

Groep 20 - Het kasteel van Westmalle. - Schilden der verscheiden kasteelheren.

- In 1530 erfde Evrard de Cotereau van zijn grootvader Hendrik van der Moelen de heerlijkheid van Westmalle, welke deze in 1501 verkregen had uit de handen van Philips I, koning van Spanje, hertog van Brabant. Deze Evrard de Cotereau bouwde de huidige prachtige burcht op de grondvesten van de oude kloosterhoeve. Deze familie bewoonde gedurende ongeveer 2 eeuwen deze eigendom.

In 1702 kwam hij in handen van de Fariscau, die tevens heer van Steenockerzeel was.

In 1743 kocht Louis Pauwens deze heerlijkheid, in 1772 mocht deze zijn plechtige intrede doen volgens beslissing van het hof van Brabant als heer van Westmalle en kreeg een wapenschild onder naam van "de Powis". In 1788 ging hij door erfenis over aan Baron August de Norman.

In 1850 verstrekt de laatste erfgenaam het kasteel aan de familie Bovie, welke het op haar beurt verkocht in 1876 aan de heer Ludovic Geelhand en deze in 1878 aan de heer Baron de Turck de Kersbeek, die er grote veranderingen aan deed.

In 1914 erfde zijn neef Baron Alphonse van der Straten-Waillet het kasteel.

Groep 21 - Bloemenhulde door de Kajotsters.

- aan hun burgemeester en diens broeder Zijne Exellentie Minister Francis Xavier van der Straten-Waillet, beiden telgen gesproten uit de weledele familie van der Straten-Waillet huidige bewoners en eigenaars van het kasteel.

Groep 22 - Rijtuigen van de weledele heren.

Groep 23 - De genodigden.

Groep 24 - De feestcommisie.

Groep 25 - Fanfare De Noorderzonen.

FOTO'S